Tsjechische wijngebieden

Een Tsjechische wijn komt doorgaans uit de regio Bohemen of uit Moravië. Het Noordelijke Bohemen in de omgeving van Praag speelt duidelijk de tweede viool. In het Zuidelijke Moravië, tegen de grens met Oostenrijk, staat maar liefst 96% van de Tsjechische wijnstokken aangeplant.

Tsjechische wijngebieden

Bohemen

De wijngaarden van Bohemen liggen in het noordwesten van Tsjechië, boven Praag en zelfs in Praag. Het zijn 'maar' 400 hectare aan wijngaarden. Een hele andere omvang dan de 3.500 hectare die hier in de 17e eeuw nog stond aangeplant. De wijngaarden liggen verspreid om en nabij de rivieren de Elbe, Bernounka, Jizra en Ohře. Daardoor profiteren de stokken van een iets meer gematigd klimaat en extra warmte van de zon die weerkaatst in het wateroppervlak. Maar het blijft een uitdaging om hier kwaliteitswijnen voort te brengen. Voor het draaien van productie zijn de Müller-thurgau en Silvaner aan zet. De Pinots leveren een bescheiden bijdrage.

In het noordelijke deel van de Bohemen, Litoměřice, vermaakt Rýnský Ryzlink ofwel Rijn Riesling zich uitstekend in de lichte bodems van basalt en kalksteen. Meer richting Praag, in de subregio Mělník,  is het terroir, mede door leisteen in de grond, ‘warmer’. Blauwe druivenrassen zoals de Portugieser en St. Laurent doen het zodoende aardig.

Moravië

De regio die echt goed is in het draaien van productie, waaronder ook kwaliteitswijnen, is Moravië in het zuidoosten van Tsjechië, rondom de stad Brno, nabij het Oostenrijkse Weinviertel en de Slowaakse grens. De groene glooiende heuvels en af en toe steilheid bekleed met wijnstokken zijn verdeeld over vier subregio’s, Znojmo, Mikulov, Velké Pavlovice en Slovácko. Door het hoger gelegen achterland in het noorden is het landklimaat net iets zachter. Desalniettemin blijft het elk jaar hopen op voldoende rijpheid.

In Znojmo worden wijnen nog steeds opgeslagen in één van de vele kelders uit vervlogen tijden. Vooral witte aromatische wijnen van Grüner Veltliner, gevolgd door Müller-Thurgau, Riesling, Sauvignon Blanc en de aromatische Pálava, een kruising tussen de rode Traminer en Müller-Thurgau.

Mikulov staat bekend om zijn kalksteen verzameld in de heuvels van Pálava (niet te verwarren met de druif). Het moge duidelijk zijn dat de mineraliteit van de bodem onmiskenbaar te proeven is in de wijnen van de Welschriesling, Chardonnay en Pinot Blanc. Müller-Thurgau, Silvaner en Neuburger vertoeven uitstekend rond Valtice. Grüner Veltliner geeft de voorkeur aan iets meer klei rond de wortels. Lokale rassen zoals de Pálava en Aurelius gekweekt, zijn speciaal voor dit terroir.

Velké Pavlovice is door de ligging van de wijngaarden, op heuvels gericht op het westen en zuiden, redelijk geschikt voor blauwe druivenrassen zoals de Pinot Noir, Portugieser en andere blauwe Oostenrijkers. Ook de Pálava en de Moravische Muscat (kruising tussen Muscat Ottonel en Prachtraube), doen het naast de eerder genoemde witte druiven prima.

In Slovácko zijn met name de rivieren een bepalend voor het terroir. De bodems zijn dan ook een stuk zwaarder door klei; goed genoeg voor Silvaner, Pinots en Chardonnay. Drogere stenige bodems plezieren Riesling dan weer. Uit deze regio, om precies te zijn het dorpje Moravská Nová Ves, komt de lokale Cabernet Moravia. De Frankovka Modra (Blaufränkisch) en de Moravische Muscat zorgen voor een nog grotere diversiteit aan druiven.

© AndereWijn 2008 - 2024 Teksten of beelden mogen niet zonder onze toestemming worden hergebruikt.